‘Ik ga dat plantje weer in bloei krijgen’

‘Ik ga dat plantje weer in bloei krijgen’

Op Edips kamer staan twee orchideeën: een mooie, die volop in bloei staat (gekregen van een collega) en een kaal miezerig plantje zonder bloemen dat daar stond toen hij in dit kantoor ging werken. ‘Ik ga dat plantje weer in bloei krijgen. Gaat lukken.’ De passie waarmee hij deze plant nieuw leven in wil blazen, is dezelfde als waarmee hij mensen
binnen zijn sector wil steunen in hun ontwikkeling.

Zo gewoon mogelijk
Edip Canta was twaalf jaar geleden pakketbezorger. Het koeriersbedrijf ging failliet en Edip wist het even niet meer. ‘Maar een vriend wees mij op ASVZ. Ik dacht, zorg en begeleiding voor mensen met een verstandelijke beperking, dat is niks voor mij. Ik had trouwens ook geen passende vooropleiding.’

Het sollicitatiegesprek opende hem de ogen. ‘De gedachte dat alles er op gericht is om mensen met een beperking een zo gewoon mogelijk leven te laten ervaren: dat sprak mij aan. Samen het avondeten klaarmaken, samen boodschappen doen als het niet lukt. Ik dacht, wat een bijzonder werk. Hier kan ik mijzelf zijn.’ Edip ging tijdens zijn werk met steun van ASVZ een vakopleiding volgen: de mbo-opleiding MMZ4 (maatschappelijke zorg). ‘ASVZ geeft medewerkers volop de kans om beroepsopleidingen te volgen. Zowel mbo als hbo.’

 

“Ik dacht, wat een bijzonder werk. Hier kan ik mijzelf zijn.”

Hans
‘Na vier weken zei de teamleider: ‘Kom even bij me langs, we moeten even praten’. Ik dacht dat ik iets verkeerd had gedaan. Niet alleen de teamleider zat daar, maar ook Hans, een van de clienten die ik begeleidde. Hans zei: ‘We zijn heel tevreden over je’. En de teamleider zei: ‘En dus willen we een vaste aanstelling geven.’

‘Daar was ik natuurlijk heel blij mee. Ik vond het ook enorm tof dat Hans bij mijn beoordeling werd betrokken Dat is dus typisch ASVZ . Mijn ouders waren supertrots toen ze hoorden van mijn vaste baan. Mijn vader zei: ‘Je kunt nu het verschil maken voor kwetsbare medemensen.’

Hoe mooi is dat!
Edip deed via ASVZ ook de opleiding persoonlijke begeleider en groeide door naar meewerkend teamleider. ‘Je werkt mee op de woning in de begeleiding van cliënten en je faciliteert het team.’ Sinds 2020 is hij sectormanager en stuurt hij teams in tien woningen aan. ‘Samen met orthopedagogen en teamleiders zorg ik voor de juiste begeleiding van cliënten. Ik kan zestig collega’s coachen en motiveren zodat de medewerkers zich kunnen ontwikkelen en om ze cliënten kunnen betrekken bij wat er gebeurt. Hoe mooi is dat! Mijn invloed op de kwaliteit van het werk is groot.’

Triple-C
‘Dat is dus typisch ASVZ, zei Edip iets eerder in dit verhaal. Dat merk je bijvoorbeeld aan de cursussen en trainingen. Edip: ‘Nieuwe medewerkers volgen bijvoorbeeld verplicht de cursus weerbaarheid. De focus ligt dan niet op afweren of fixeren, maar op rustig ademhalen, het vasthouden van de rust naar de cliënt toe. De focus ligt ook op tijdig signalen oppikken en samen een nagesprek doen, kijken waar de behoeften van de cliënt liggen. Leer je veel van. Agressie komt ergens vandaan. De cliënt vraagt iets, maar wij begrijpen die vraag niet goed.’

 

“Mijn invloed op de kwaliteit van het werk is groot.”


‘Die benadering heeft te maken met Triple-C. Dat is een methode die bij ASVZ is ontwikkeld. We gaan niet uit van de organisatie maar van de mens. De drie C’s staan voor Cliënt, Coach en Competentie. Cliënten en coaches (begeleiders) bouwen met gezamenlijke, dagelijkse activiteiten aan hun vertrouwensrelatie. We laten ons niet afleiden door het uiterlijke gedrag van cliënten, maar sluiten aan bij wat zij nodig hebben. Hierdoor nemen spanningen, stress en probleemgedrag af, en kunnen cliënten meer genieten van het gewone leven. Bij Triple-C vraag je je bij agressie af: waar komt het gedrag dat de cliënt laat zien vandaan? Wat heb jij als medewerker voor signalen gemist? Want als een client niet meer helemaal zichzelf is, ligt de oorzaak bij onszelf.’

Dit is een verhaal van ASVZ uit het MediVacature carrièremagazine.